Planten stekken

Als de planten in de lente weer een groeispurt krijgen en nieuwe scheuten maken, kun je naar hartelust stekken en zo nog meer mooie planten ‘maken’. Maak met al die plantjes een echte jungle van je huis of geef een stekje cadeau aan je vrienden!

Zelf stekken lijkt ingewikkeld maar als je de trucs kent is het eigenlijk heel eenvoudig. Heb je een plant die je erg mooi vindt en die sterk is? Kies deze dan als moederplant en neem hiervan stekjes die je laat uitgroeien tot nieuwe planten.

Je kunt planten op verschillende manieren stekken. Je kunt een blad, een stukje van een blad of een scheut gebruiken. Deze zet je telkens in een potje met stekgrond, waar ze dan nieuwe wortels gaan maken en uitgroeien tot een plantje. 

Scheuten kunt je ook laten wortelen in water. Hiervoor neem je het beste een topstek. Voor een topstek snij je het bovenste gedeelte van een scheut (daar waar de plant nieuwe bladeren maakt) met een scherp mes af. Doe dit ca. 2 centimeter onder de bladoksel, dit is de plek waar een nieuw blad uit de stengel komt. 

Soms maakt een plant al kleine miniplantjes om zich heen, bijvoorbeeld de pannenkoekenplant. Snij deze dicht tegen de moederplant af en plant ze in een eigen potje. 

Leuk om te stekken:

Graslelie (Chlorophytum comosum) – laat een jonge scheutstek op water wortelen.

Pannenkoekenplant (Pilea peperomioides) – snij een babyplantje af en plant het in een potje met stekgrond. 

Lantarenplantje (Ceropegia woodii) – snij een stek bij het knolletje af en plant het in een potje met stekgrond.

Bladbegonia (Begonia rex) – neem een bladstek en plant deze in een potje met stekgrond.

Vetplant (bijvoorbeeld Echeveria en Crassula) – neem een bladstek en laat deze indrogen en wortelen op een schaal.

Vrouwentong (Sansevieria trifasciata) – snij een stuk van het blad en plant deze in een potje met stekgrond.

Vaderplant (Tradescantia) – laat een scheutstek of kopstek op water wortelen.

Kaaps viooltje (Saintpaulia) – neem een bladstek en plant deze in een potje met stekgrond.

 

Tips:

  • Snijd het blad of de scheut altijd af met een schoon en scherp mes zodat de ‘wond’ sneller heelt.
  • Doop het stekje eerst in ´stekpoeder´ voordat je het plant in een potje met grond. Dit zorgt ervoor dat de stekken beter wortelen en gaan beschimmeling van de wond van de stek tegen.
  • Gebruik voor stekjes speciale zaai- en stekgrond. Stekgrond is luchtiger dan gewone potgrond en verrijkt met specifieke voedingsstoffen die voor een optimale wortelvorming van de stekken zorgen (te koop in het tuincentrum).
  • Bescherm je stek tegen uitdrogen. Plant hem direct na het afsnijden in de stekgrond en zet er een plastic zak of afgesneden waterfles overheen als een mini-kas. Of zet de potjes met stekken in een glazen kweekkasje.

 

Beeld uit ‘Het Plantenlab’ boek - fotografie Eric van Lokven