Rozemarijn

Oorsprong
Rozemarijn is afkomstig uit het Middellandse Zeegebied. Tegenwoordig komt het ook in meer gematigde streken voor, in allerlei gekweekte variëteiten die verschillen van hoogte en bloemkleur.

Kweek
• Rozemarijn is een winterharde, groenblijvende struik met naaldvormige, donkergroene blaadjes. De plant kan, afhankelijk van de variëteit, ca. 50 tot 100 cm hoog worden.
• In het vroege voorjaar verschijnen er mooie lichtroze tot donkerblauwe bloemetjes waar bijen dol op zijn.
• Plant rozemarijn op een warme, zonnige plek en in droge, lichte, goed doorlatende grond. Meng eventueel wat grind of zand door de grond voor betere afwatering. Zet de plant, als bescherming tegen koude winters, tegen een zonnige muur op het zuiden. Rozemarijn doet het ook erg goed in een grote pot, in gewone potgrond.
• Rozemarijn is goede buren met wortelen en salie.
• Rozemarijn is heel mooi – en aromatisch! – als haagje langs een bloemenborder. Zet hiervoor de planten op ca. 20 cm van elkaar en knip ze gedurende het groeiseizoen regelmatig bij.
• Snoei rozemarijn na de bloei om een mooie volle plant te houden. Knip nooit tot in de houtige delen, de plant loopt dan niet goed meer uit.
• Rozemarijn kan worden gezaaid. Het is echter eenvoudiger om in de zomer, uit de nieuwe aangroei, stekken te nemen. 
• Bescherm de plant, zeker als die in een pot staat, in de winter tegen de vorst, maar ook tegen teveel vocht: rozemarijn houdt niet van ‘natte voeten’. Zet de pot ‘s winters bv. op zijn kant zodat er geen water in kan blijven staan.