Laurier

Oorsprong
De laurierboom komt oorspronkelijk uit Zuid-Europa. Tegenwoordig is laurier over de hele wereld te vinden, in tuinen en in het wild.

Kweek
• Laurier is een groenblijvende, winterharde boom, hij kan tot ca. 8 meter hoog worden.
• In het voorjaar bloeit laurier met onopvallende, lichtgele bloemen. Daarna verschijnen donkergroene bessen.
• Plant laurier in de volle zon op een warme, beschutte plek in voedselrijke, goed afwaterende grond. Laurier kan ook heel goed in een grote pot of kuip worden gekweekt. Let er bij laurier in een pot op dat de grond niet uitdroogt, een laagje van bv. houtsnippers op de potgrond zorgt ervoor dat de aarde voldoende vochtig blijft.
• Laurier kan prachtig in een bepaalde vorm, bv. een bol of een piramide, worden gesnoeid. U kunt hem het beste in het late voorjaar of in de nazomer snoeien.
• Laurier kan uit zaad of stekken worden gekweekt, dit is echter niet eenvoudig. Eventuele ondergrondse uitlopers kunnen voorzichtig van de moederplant worden afgesneden en opgepot.
• Laurier heeft heel oppervlakkige wortels en is dus gevoelig voor vorst. Bescherm jonge planten, zeker die in een pot, tegen de kou. Als laurier na een strenge winter bruin blad heeft gekregen, kunnen de planten worden teruggesnoeid om opnieuw uit te lopen.

 

Oogst
Omdat laurier ook ‘s winters groen blijft, kunt u het blad het hele jaar oogsten. Het blad is eenvoudig te drogen, u kunt het ook bewaren in een fles azijn of olijfolie.

Culinair
Laurierblaadjes geven een intense smaak aan bouillons, soepen en sauzen, stoofschotels en (gepocheerde) vis. Laurier is het belangrijkste onderdeel van het klassieke ‘bouquet garni’, samen met tijm en peterselie. De blaadjes zijn ook lekker in custard of rijstpudding. Gedroogd laurierblad is minder sterk van smaak dan verse blaadjes.