Water geven

Planten hebben water nodig om te groeien, om voedingsstoffen te kunnen transporteren en – als het erg warm is – om af te koelen door verdamping. De meeste planten nemen water op uit de grond met hun wortels. Er zijn ook planten die water, of liever gezegd vocht, opnemen uit de lucht. Dit doen ze met luchtwortels; deze planten noem je epiphyten

Als je je planten water wilt geven, is regenwater eigenlijk het beste. Het is veel zachter dan kraanwater en het bevat veel minder zouten. Deze zijn niet goed voor de plant. Heb je geen regenton? Dan is afgekoeld gekookt water een goed alternatief. Laat het water ook altijd eerst op kamertemperatuur komen. 

Hoe vaak geef je een plant water?

Dat hangt zowel af van de soort plant, als van de plek waar hij staat. Is het een soort die veel water nodig heeft of heb je een plant die juist af en toe mag 'uitdrogen'? En als je plant heel erg licht en/of op een warme plaats staat, zal hij meer water verbruiken en heeft dus ook meer of vaker water nodig. Check of je plant water nodig heeft door met je vinger iets dieper in de potgrond te voelen of de grond nog vochtig is.


Check je plant

Planten die water opnemen uit de grond kun je in 3 groepen verdelen:

  1. Planten waarvan de grond tussen de gietbeurten moet uitdrogen, zoals vetplanten en cactussen.
  2. Planten waarvan de grond licht vochtig moet blijven of een klein beetje mag verdrogen, bijvoorbeeld de gatenplant (Monstera deliciosa), vioolbladplant (Ficus lyrata) en de olifantsoor (Alocasia).
  3. Planten die graag in vochtige grond willen staan, zoals varens. Of zelfs met hun voeten in het water, bijvoorbeeld de parapluplant (Cyperus alternifolius).

 

Hoeveel water geef je?

Hoeveel water je kunt geven hangt af van de standplaats, de grootte van de plant en de grootte van de pot. Wil je weten hoeveel water je plant, of beter gezegd de grond, kan absorberen dan kun je dat testen. Gebruik hiervoor bijvoorbeeld een 1 liter kan of maatbeker zodat je kunt bijhouden hoeveel water er is opgenomen. 

Testen kan zo:

  1. Giet water van bovenaf in de pot en blijf dit doen tot het aan de onderkant eruit loopt. Deze methode kun je toepassen als de potgrond goed water opneemt. Is de grond te droog dan loopt het meteen door de pot eruit.
  2. Giet water op een schotel en laat de potgrond vanaf onder water opnemen. Giet net zolang water erbij tot het water blijft staan op de schotel. 

Tip: Vaak gaan planten dood doordat ze te veel water krijgen. Als je regelmatig te veel water geeft, blijft de grond in de pot altijd nat. Daar kunnen de meeste planten niet tegen. Hierdoor wordt de plant vatbaar voor schimmels en kunnen de wortels gaan rotten. 


Hoe geef je water?

Als je weet hoe vaak en hoeveel water je plant nodig heeft, kun je een wekelijkse planning maken om te gieten. Ga er maar vanuit dat de meeste planten het liefst een plens water in één keer krijgen en niet telkens een beetje. De olifantsoor en alle andere Alocasia broertjes en zusjes zijn hierop een uitzondering. Die geef je het liefst kleine beetjes tegelijk. 

Je kunt planten op 3 manieren water geven:

  1. Gieten van bovenaf op de potgrond, liefst rondom en niet op de wortels.
  2. Gieten op een schotel zodat de plant van onderaf water krijgt.
  3. Dompelen met pot en al in een emmer. Laat de plant daarna wel goed uitlekken.

 

Beeld uit ‘het Plantenlab’ boek - fotografie Eric van Lokven